EDI (Electronic Data Interchange) is alomtegenwoordig, van elektronische facturatie (PEPPOL, EDIFACT) tot elektronische betaal-aanvragen. Maar ook prijslijsten, leveringsbons, offertes worden elektronisch uitgewisseld. En het gaat hier niet enkel om eenvoudig een PDF-bestand toevoegen aan een e-mail-bericht.
EDI is de verzamelnaam voor protocollen en workflows waarbij bepaalde documenten electronisch worden uitgewisseld tussen bedrijven. Dit gaat echter verder dan papieren documenten vervangen door e-mails met PDF-attachments. De bestanden die via EDI-systemen verzonden worden, zijn in een formaat dat door de software van de partij die de bestanden ontvangt, direct kan ingelezen worden. Zo kunnen bijvoorbeeld orders, prijslijsten of facturen automatisch verwerkt worden, en hoeven ze niet meer manueel ingevoerd of ingeboekt te worden.
Voorbeelden van internationaal afgesproken EDI-bestandsformaten of EDI-standaarden zijn EDIFACT en UBL 2.1 (Universal Business Language). EDIFACT bestaat reeds lang, en wordt nog steeds erg veel gebruikt. UBL 2.1 is gebaseerd op een XML-formaat, waarvoor er zeer uitgebreide software bestaat om het te valideren, te verwerken en aan te maken. In alle EDI-bestandsformaten wordt veel vrijheid gelaten om bedrijfsspecifieke uitbreidingen of aanpassingen te doen.
Naast de bestandsformaten is ook de transportmethode belangrijk. EDI-berichten kunnen via verschillende transportlagen verstuurd worden (point to point, via webservices, FTP, email, ... of via netwerken die ook authenticatie van de partijen op zich nemen).
De voornaamste documenten waarvoor in het EDI-systeem berichten voorzien zijn, zijn : order, orderbevestiging, leveringsbon (despatch advice), factuur, prijslijst of catalogus. Elke klant of leverancier kan uitbreidingen of "dialecten" van het EDI-formaat gebruiken bij berichten naar u toe, of vereisen bij berichten die u naar hem of haar stuurt. Dit is dikwijls ook afhankelijk van de bedrijfssector waarin de andere partij actief is.
In MFS-ERP wordt voor EDI een configureerbaar systeem gebruikt, zodat berichten van en naar verschillende partners die verschillende "dialecten" of uitbreidingen van de EDI-bestandsformaten gebruiken, toch mogelijk zijn. De communicatie op het lagere niveau, met de MFS-ERP-server, gebeurt in een UBL-2.1-formaat. Maar in een vertaal-module in het systeem kunnen scripts gebruikt worden om ook berichten in een EDIFACT-formaat, of zelfs in een aangepaste vorm van EDIFACT te vertalen van en naar het UBL-2.1-formaat.
Voor elektronische facturatie wordt de PEPPOL-standaard gebruikt. PEPPOL definieert een subset van de UBL-2.1-invoice-formaat. Het is een duidelijk gedefinieerde subset, en heeft veel potentieel om in Europa belangrijk te worden voor elektronische facturatie. Bij facturatie aan de Belgische overheid is het gebruik van PEPPOL alvast verplicht.